Testen en meten
Afgelopen stageperiode heb ik samen met Ruben Eilander de fysiologische testen en antropometrische metingen gecoördineerd. De fysiologische testen vonden ongeveer elke 12 weken plaats (4 keer per jaar). De antropometrische metingen werden maandelijks georganiseerd. Hieronder zal ik kort toelichten wat de verschillende testen en metingen inhouden, waarom we ze uitvoeren en wat mijn specifieke rol was bij het afnemen van deze testen en metingen.
Fysieke testen
De fysiologische testen vormen een soort fysieke check voor de spelers van SC Cambuur. Aan de hand van de verzamelde data kunnen we kijken hoe de spelers ervoor staan op fysiek gebied. Het liefst zie je hierin dat de spelers beter zijn geworden. Je wilt in ieder geval niet zien dat het fysieke vermogen van de jongens is gezakt.
Naast het pijlen van de fysieke status, hebben wij de gegevens ook gebruikt in het ontwerpen van nieuwe krachtprogramma's. Aan de hand van de testgegevens is te zien waaraan de jongens nog aandacht moeten besteden. Zo zijn we er in het derde testmoment achtergekomen dat de jongens meer op explosiviteit moeten trainen.
Van de O12 tot en met het eerste elftal van SC Cambuur, voerden wij verschillende testen uit om de fysieke gesteldheid van de spelers in kaart te brengen. Ik heb het afgelopen seizoen de taak gekregen om deze fysieke testen te coördineren. Dit houdt in dat ik het testmateriaal regelde en nadacht over de meest effectieve en efficiënte manier om de testen uit te voeren. Al deze informatie is vastgelegd in een draaiboek, wat essentieel is om de testen zo snel mogelijk af te nemen en meer tijd over te houden voor de voetbaltraining. Op de testdagen zelf had ik de taak om trainers en vrijwilligers aan te sturen. Zij hielpen mee bij het controleren en waarborgen van de kwaliteit van de testen, evenals het verwerken van de testgegevens. Voorafgaand aan de testdag hebben we deze stakeholders bekend gemaakt met de procedures van de verschillende testen, zodat alles soepel kon verlopen.
Door op de onderstaande knop te drukken kunt u het draaiboek bekijken wat ik heb gemaakt voorafgaand aan de testdagen.
Na afloop van de testdagen heb ik altijd een terugkoppeling gemaakt voor de betrokken stakeholders. Daarnaast heb ik regelmatig met Ruben en Daan gezeten om de voortgang van de testdagen te bespreken. We richtten ons voornamelijk op het verhogen van de snelheid van het afnemen van de testen. We probeerden constant manieren te vinden om het proces efficiënter te maken en ervoor te zorgen dat de testdag zo snel mogelijk verliep. Dit is belangrijk, omdat we de spelers zo min mogelijk willen belasten met de fysieke testen.
Binnen SC Cambuur is een aantal jaren geleden een testbatterij samengesteld. Deze testbatterij bestaat uit een zestal testen die verschillende fysieke elementen meten. Voor ieder team zijn verschillende testen uit de testbatterij gekozen om de fysieke fitheid in kaart te brengen. Hieronder worden de verschillende testen uit de testbatterij beschreven. Ook wordt er kort benoemd wat mijn specifieke taak was bij het afnemen van de verschillende testen.
30-meter sprint
Sprinten in een rechte lijn, waarbij de 5 meter-, 15 meter- en 30 meterpunten worden opgemeten. Deze drie afstanden worden allemaal in 1 keer sprint worden getest. De 5 en 10 meter afstand geven hierbij informatie over het acceleratievermogen van de sporters, terwijl de 30 meter afstand informatie geeft over het bereiken en behouden van de maximale snelheid. Op deze manier wordt er dus inzicht verkregen in de verschillende snelheidskwaliteiten van de sporters.
Mijn taak bij het afnemen van deze test was het bedienen van het systeem waarmee de tijd opgenomen kon worden. Om de tijd zo nauwkeurig mogelijk te meten, maakten we gebruik van SpeedLight. Dit zijn tijdspoortjes om de tijd uiterst nauwkeurig te berekenen. Tijdens de test was ik dan ook alleen maar bezig met het verzamelen van de tijdscores, terwijl mede-stagiair Ruben Eilander de sporters aanmoedigden om het beste uit zichzelf te halen. Dit wisselden wij ook wel eens af. Ruben had dan controle over het systeem en ik over de sporters.
5-0-5 Agility-test
Binnen het voetbal vindt een verandering van richting herhaaldelijk plaats gedurende een wedstrijd van 90 minuten, ongeveer elke 4-5 seconden. De uitkomst van de wedstrijd wordt grotendeels bepaald door de snelheid en efficiëntie waarmee die richtingsveranderingen plaatsvinden. De 5-0-5 Agility-test meet het vermogen van een atleet om zo snel mogelijk te versnellen, af te remmen, van richting te veranderen en opnieuw te versnellen. De atleet wordt beoordeeld op zijn vermogen om explosief te zijn bij het accelereren en draaien, terwijl hij zijn lichaam onder controle houdt om inefficiënte bewegingen te beperken. Deze eigenschappen zijn essentieel in elke sport die snelle bezuinigingen en richtingsveranderingen vereist, zoals voetbal.
Ook bij deze test was het mijn taak om de tijdspoortjes te besturen of om ervoor te zorgen dat de sporters de test kwalitatief goed uitvoerden. Hierbij controleerde ik ook wel eens de lijn waarop de sporters moesten keren. Op het moment dat deze lijn niet met een van de voeten werd aangetikt, moest de desbetreffende speler de test opnieuw uitvoeren.
CODAT
Ook aan de hand van de CODAT test wordt het vermogen gemeten waarmee spelers van richting kunnen veranderen. Bij deze test krijgen de sporters een acceleratiemoment van 5 meter, waarna ze op snelheid twee bochten van 90 graden moeten maken en tot slot nog tien meter moeten sprinten in een rechte lijn naar het eindpunt. Bij de CODAT worden de sporters dus beoordeeld op het maken van richtingsveranderingen onder snelheid, terwijl de sporters bij de 5-0-5 agility-test worden beoordeeld op het vermogen om vanuit snelheid tot stilstand te komen, te draaien en weer op snelheid te komen.
Ook bij deze test was het mijn taak om de tijdscores te verzamelen of om ervoor te zorgen dat de test op een kwalitatief goede manier werd uitgevoerd en dat de sporters het maximale gaven.
Horizontale sprongtest
Bij de horizontale sprongtest springen de sporters vanaf een beginpunt met twee benen te gelijk en met de handen in de heupen zo ver mogelijk naar voren. Aan de hand van deze test wordt de horizontale krachtproductie van de sporter gemeten.
Mijn rol binnen deze test was vaak om ervoor te zorgen dat de sporters de test volgens de regels uitvoeren en om de verschillende scores te noteren.
Verticale sprongtest
Aan de hand van de verticale sprongtest wordt de verticale krachtproductie van de sporters gemeten. Dit wordt gemeten met behulp van een "Yardstick". Dit is een lange paal met markeringen die met de hand weggetikt kunnen worden. Voordat de test start meten de sporters hun reikhoogte op. Vervolgens krijgen ze twee kansen een zo hoog mogelijke markering wek te tikken. Het verschil tussen de hoogste markering en de reikhoogte is het aantal centimeters dat de sporters springen.
Mijn rol binnen deze test was vaak om ervoor te zorgen dat de sporters de test volgens de regels uitvoeren en om de verschillende scores te noteren.
30-15 IFT
De 30-15 IFT (Intermittent Fitness Test) is een inspanningstest die wordt gebruikt om de cardiovasculaire fitheid en het herstelvermogen van een individu te meten. Deze test is speciaal ontworpen voor intervalsporten, zoals voetbal, hockey en basketbal. Gedurende de test lopen de sporters een veld heen en weer, waarbij ze om de 30 seconden inspanning, 15 seconden hebben om te herstellen. Na elke cyclus van 30 seconden inspanning en 15 seconden herstel, wordt de snelheid verhoogd. Dit betekent dus dat de sporters steeds sneller moeten rennen om aan de vereiste 30 seconden te komen. De test stopt op het moment dat je de snelheid niet meer kunt bijbenen. Gedurende de test hebben de sporters ook een hartslagmeter om. Aan de hand van de hartslaggegevens kunnen wij een inschatting maken van de maximale hartslag en de anaerobe drempel van de sporters.
Mijn taak binnen deze test was om ervoor te zorgen dat de sporters de test kwalitatief goed uitvoeren. Ik startte de audiorecorder, hield de hartslagwaarden in de gaten en moedigde de sporters aan om het maximale te geven in de test. Ook hield ik bij wanneer de sporters een herstelperiode ingingen en wanneer ze zich moesten inspannen. Daarnaast hield ik in de gaten welke sporters uit moesten stappen en wie nog door kon gaan. Medestagiair Ruben Eilander noteerde vervolgens de scores van degene die uit moest stappen.
Na afloop van de testdagen was het mijn verantwoordelijkheid om de verzamelde testgegevens in een database te verwerken, zodat de performance analyst van SC Cambuur er een analyse van kon maken.
Antropometrische metingen
Antropometrische metingen zijn afmetingen van het niet-bewegende menselijk lichaam. Onderzoek heeft uitgewezen dat antropometrische eigenschappen van jeugdspelers gerelateerd zijn aan prestaties. Veel van de fysieke kwaliteiten die bepalend zijn met betrekking tot succes in het voetbal zijn echter pas volledig ontwikkeld in de late adolescentie. Wanneer de antropometrische kenmerken van een voetballer worden gebruikt als indicatie voor talentherkenning, moet er dus goed rekening gehouden worden met het feit dat dit een vertekend beeld zou kunnen geven. Binnen SC Cambuur bestaan antropometrische metingen uit een staande- en zittende lengte, het gewicht en het vetpercentage van de voetballers. Deze metingen vinden om de vier weken op de maandagmorgen plaatsvinden.
Staande en zittende lengte
Ik vind het erg belangrijk om de lengte van mijn sporters goed in de gaten te houden. Dit geeft mij inzichten in de groeiontwikkeling van mijn sporters. Ik kan op deze manier zien of mijn sporters in of uit de groeispurt zijn. Het is erg belangrijk om dit goed in de gaten te houden, omdat de groeispurt grote lichamelijke veranderingen als gevolg kan hebben. Deze lichamelijke veranderingen kunnen op hun beurt weer zorgen voor een veranderende belastbaarheid van mijn sporters. Voor het meten van de lengte gebruik ik twee meetvormen, namelijk de staande en de zittende lengte. Op deze manier kan ik ook het groeiverschil zien tussen het onder- en bovenlichaam.
De meeste voetballers van de O18 hebben de groeispurt al gehad. Toch kunnen er sporters zijn die net in de groeispurt zitten of de groeispurt zelfs nog moeten krijgen. Aan de hand van een groeiberekening, kunnen we kijken wanneer sporters de maximale groeisnelheid (APHV; Age Peak Height Velocity) zullen bereiken. Doormiddel van deze berekening kan er een inschatting gemaakt worden wat trainbaar en wat minder trainbaar is bij de sporters
Gewicht
De Body Mass Index (BMI) is een waarde die vaak gebruikt wordt om aan te geven of iemand een gezond of ongezond gewicht heeft. Met behulp van deze handige calculator voor zowel vrouwen als mannen kun je snel en gemakkelijk je BMI uitrekenen. Body Mass Index (BMI) staat voor de verhouding tussen het lichaamsgewicht en de lichaamslengte van een persoon. Het zegt daarmee eigenlijk ook iets over je gewicht: past jouw gewicht bij jouw lengte? Er zijn diverse tabellen beschikbaar waarmee je kunt uitzoeken of je te maken hebt met overgewicht, of juist met ondergewicht.
Het is belangrijk om de BMI altijd in context te gebruiken. Een bodybuilder met een gewicht van 110kg heeft dezelfde BMI als een ongetraind individu, maar toch is bij de bodybuilder niet meteen sprake van overgewicht. Het is dus belangrijk dat goed wordt gekeken naar de persoonlijke situatie en niet klakkeloos op de cijfertjes wordt afgegaan.
Vetpercentage
Bij het meten van het vetpercentage middels een huidplooimeting wordt vaak onderscheid gemaakt tussen 2 verschillende procedures, namelijk de 4-punts huidplooimeting en de 7- punts huidplooimeting. Binnen SC Cambuur is er voor de vier-punt huidplooimeting gekozen. Dit geeft ons voldoende informatie over het vetpercentage van de speler en deze meting kost aanzienlijk minder tijd.
Mijn taak bij het afnemen van deze metingen verschilde per voetbalteam. Bij de O18 heb ik mij beziggehouden met het meten van het gewicht. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van een simpele weegschaal. Het was belangrijk om ervoor te zorgen dat de metingen consistent afgenomen werden. Bij alle metingen hadden de sporters enkel de korte trainingsbroek, het t-shirt en de Cambuur-sokken aan.
Bij de O16 was het mijn taak om het vetpercentage van de sporters te meten. Om te zorgen voor consistentie in het meten, pakte ik altijd dezelfde huidplooien aan één kant van het lichaam. Vaak was er een assistent-trainer bij die de verschillende meetwaarden in een data-base zette.
Tot slot kreeg ik de taak om de meetgegevens van de onderbouw (O12 en O14) te analyseren. Ik heb een Excel-bestand gemaakt waarin ik de verschillende gegevens verwerkte. Vervolgens heb ik deze gegevens teruggekoppeld aan de trainers om informatie te verstrekken over de lichamelijke gesteldheid van de spelers. Door middel van berekeningen kon ik bijvoorbeeld de groeispurt van de voetballers bepalen. Het berekenen van de groeispurt was van groot belang, omdat trainers zo rekening konden houden met de trainingsbelasting van spelers die zich in deze periode bevinden. Als aanvulling op deze analyse heb ik ook een factsheet gemaakt waarin ik uitleg geef over de groeispurt, de belangrijkste blessures die hieruit voortkomen en de manieren waarop deze blessures kunnen worden voorkomen.
Hieronder kunt u de factsheet en een voorbeeldanalyse van de antropometrische gegevens bekijken.
Reflectie
In de onderstaande video reflecteer ik op mijn werkzaamheden rondom de fysieke testen en antropometrische gegevens.